TINY LEGS TIM – BLUES MET BUITENAARDSE BRAVOURE
INTERVIEW – Met zijn album Steppin’ Up zet de Gentse bluesmuzikant Tiny Legs Tim in 2015 een fikse stap voorwaarts. Naar een showcase op Eurosonic in 2016 en naar de finale van de European Blues Challenge. Maar belangrijker: Tim durft terug te kijken én brengt het genre blues zelf verder voorwaarts. “Ik vind dat John Lee Hooker, BB King en Lightnin’ Hopkins niet met elkaar te vergelijken zijn, ze zijn fantastisch en hebben allemaal iets eigens.”
Tekst: Dirk Verhoeven
Beeld: Bob de Vries
“Ik deed al twee keer eerder mee aan de Belgian Blues Challenge, als one-man band. Hoewel ik toen goede reacties kreeg, merkte je duidelijk dat niet iedereen een soloact naar de Europese finale wilde sturen. Dit jaar maakte ik mijn nieuwste plaat, Steppin’ Up, mét band, dus komend jaar kan ik wél gaan. Muziek is eigenlijk geen wedstrijd. Het belangrijkste is dat ik komend voorjaar een showcase kan geven in Toscane voor mensen uit de Europese bluesscene, programmeurs en pers.”
“Als ik naar een bluesfestival ga ben ik soms het buitenbeentje. De mensen daar zijn samen geë-volueerd. Die scene wordt steeds ouder en er wordt voortdurend uit hetzelfde vaatje getapt. Dat is veilig, daarmee ben je verzekerd van publiek en de mensen die komen verstouwen behoorlijk wat bier. Dat heeft bestaansrecht en ik wil het niet veroordelen, maar het trekt geen outsiders aan. Wil de bluesscene niet stilletjes uitsterven, dan is het zaak dat bluesacts op andersoortige festivals worden opgenomen. Anders is er wel een probleem. Ofwel, bluesfestivals moeten zoeken naar verjonging. Het meeste kans van slagen hebben ze als ze resoluut de kar van de oorspronkelijke blues weer trekken.”
Buitenaardse bravoure
“De blues is in de jaren tachtig gekaapt door de bikers. Die richten zich op de blanke bluesrock, de vlammende gitaarvirtuoos en de macho show. Dat zegt mij totaal niets. Mijn hart ligt bij de Afro-Amerikaanse blues, de vroege deltablues, de vroege chicagoblues en rock-‘n-roll. Het gevoel waarmee die muzikanten de blues brachten is enerzijds heel specifiek, terwijl het tegelijkertijd ook universeel herkenbaar is. De bravoure waarmee zij dat doen is haast niet van deze wereld. Het is wishful thinking dat ik als westerse blanke gast blues zo zou kunnen spelen. Ik waak ervoor covers te spelen van Lightnin’ Hopkins want het origineel blijft het beste. Ik laat mij daar wel door beïnvloeden en ga aan de slag om mijn eigen nummers te maken. Ik vind dat John Lee Hooker, BB King en Lightnin’ Hopkins allemaal uniek zijn. Ik zoek er naar een eigen stempel te krijgen. Dat mensen ook horen: Dat is Tiny Legs Tim.”
“Ik speel in de bluesscene, maar ook veel in het alternatieve circuit. Ik merk dat de blues die ik maak ook aansluit bij een publiek dat niet per definitie van blues houdt. Die opening is er. Ook op grotere schaal. Een Seasick Steve speelt op alle grote festivals als Rock Werchter. Er is ruimte voor rootsmuziek zonder franje. Voor ‘alternatieve’ blues in de mainstream. Ik zie het ook lokaal bij ons in Gent. Ik ben nu een jaar of zeven actief. Ik had meer een singer-songwriterachtergrond en kende het bluesmilieu niet. Het is misschien een geluk geweest dat ik vanaf het begin in huiskamers en alternatieve clubs speel.”
Bluesbuzz
“In Gent zijn we vijf jaar geleden begonnen met het organiseren van maandelijkse bluesjamsessies. Het is een studentenstad met een conservatorium, er zijn jazzclubs, maar er was niks qua blues. Sinds dit jaar is er door die bluesbuzz nu een echte bluesclub, de Missy Sippy. Dat is nu ons thuishonk waar we van alles organiseren. We trekken de kaart weg van die Route-66-bikersblues. We bereiken een nieuw en jonger publiek en maken een cross-over naar de lindyhop. De oorsprong van al die pasjes komt uit de juke joints ! Eén keer per jaar organiseer ik met Missy Sippy Boogieville in de balzaal van de Vooruit voor vijfhonderd man. Een totaal-bluesevenement met workshops slidegitaar, mondharmonica, dansbare bluesmuziek van dj’s,Creole finger food, de hele nacht door. Van acht uur ’s avond tot vijf uur ’s ochtends staan vijfhonderd man op blues te shaken.”
Met gitaar het graf in
“Je hebt veel bluesnummers die gemaakt zijn om op te feesten. Met meer sexy, uitdagende teksten. Swamp blues . Songs die je echt in beweging zetten en een parendans bewerkstelligen. In een uptempo nummer van mijzelf als ‘When I’m Gone’ zit wel humor. Het gaat eigenlijk over wat er met mijn gitaar moet gebeuren als ik er niet meer ben. Je kunt dan niet zeker genoeg zijn, dus neem ik er maar eentje mee het graf in. Als ik in mijn eigen nummers zing over de duivel heeft dat een andere betekenis dan in de songs van Robert Johnson. Het refereert aan mijn medische voorgeschiedenis, de zes jaar dat ik zwaar ziek was en de dood in de ogen heb gekeken. Daar zijn de wil en het besef ontstaan : als ik hier doorgeraak, dan ga ik voor mijn muziek. Daarvoor had ik biologie gestudeerd en ik was docent in het middelbaar onderwijs. Muziek was mijn hobby en ik had de guts niet om er echt voor te gaan. De muziek heeft mij door die periode geholpen en ik heb mijzelf verplicht er alles aan te doen. Het klinkt romantisch, maar het is mijn deal met de duivel: laat mij leven, dan wijd ik mijn leven aan ‘duivelse’ muziek.”
“Alles wat ik nu doe, is een gevolg van wat is voorgevallen in de verloren jaren. Het zorgt ervoor dat ik nu het leven bij de horens vat en er volop van kan genieten. Dat is blues: loutering. Dat is ook overwinning. Daar gaat de blues over. Ik probeer het universeler te formuleren, waardoor iedereen er iets in kan herkennen. Misschien zou ik me in mijn liedjes ook wat meer kunnen verplaatsen in een maatschappelijk gezichtspunt. Zo heb ik net een nummer geschreven voor Record Store Day over ons virtuele zelf. Terwijl de wereld onder ons wegzakt, merken we het niet omdat we met ons hoofd in decloud zitten.”
“De grootste uitdaging is tijd te maken om dergelijke thema’s uit te werken. Leegte in je agenda inbouwen. Met een schrijfboekje op zak. Ik heb dit jaar meer dan 130 concerten gedaan, m’n site bijgehouden, promotie gedaan, kaarten verkocht. Als je zo druk bent, stokt de creativiteit. We hebben drie keer gerepeteerd en Steppin’ Up opgenomen. Zo nieuw is mijn band voor me. Er zijn met mijn band nog heel veel mogelijkheden voor de toekomst. Too much to do.Maar er is nog tijd hè. Ik ben in bluestermen nog relatief jong. In blues hoef je niet alles gedaan te hebben voordat je een paar grijze haren krijgt. Ik kan ermee doorgaan tot ik erbij neerval.”