Frazey Ford maakt Memphisfolk

INTERVIEW – Koel als Canada, heet als het Diepe Zuiden. In Vancouver en Memphis neemt Frazey Ford haar plaat Indian Ocean op; ze vermengt folk met deep soul en ontvangt louter lof. Deels haar eigen verdienste, deels toe te schrijven aan haar muzikanten, die decennia geleden Al Green al naar grote hoogte hielpen. “Grappig, ik met zeventig jaar oude zwarte mannen, we snapten elkaar.”

Tekst: Dirk Verhoeven
Beeld: Peter Hageman

© Peter Hageman

© Peter Hageman

“Robert Gordon, historicus en journalist, is in Memphis opgegroeid. Hij documenteert de lokale muziekscene sinds zijn tienertijd en is begaan met wat daar aan soul en blues gebeurde. Hij hoorde daar een van mijn songs op de radio langskomen bij een tankstation. Er werd een band verwisseld, er was kabaal en hij hoorde niet wie aangekondigd werd. Hij belde het radiostation, zocht me op internet en vond als mijn invloeden Al Green en Ann Peebles. Hij kent de hele entourage rond Green, waaronder de drie Hodgesbroers Teenie, Leroy en Charles en de studio waar hij opnam. Vervolgens nam Robert contact met me op en vroeg me of ik met Greens bandleden wilde werken.”

Al & Neil
“Ik ben altijd een enorme fan van Al Green geweest, mijn eerste tienerbandje was praktisch een Greencovergroep. Toen we aan de slag gingen met deze plaat wilden we in productie een huwelijk smeden tussen een Neil Youngalbum – Harvest – en Al Greens I’m Still in Love with You. Willie Mitchells Hi Studio wordt gerund door zijn kleinzoon en is haast een soort familiecentrum en thuis voor die kerels. In die studio zijn is als in een museum zijn. Mitchell bracht opnames en oude machines naar boven van ‘Love and Happiness’ en Ann Peebles’ ‘I Can’t Stand the Rain’. Alle verhalen en levens werden opgerakeld. Teenie (Hodges, lead gitarist – DV) heeft aan een aantal van de liedjes meegeschreven, dus hij verdiende er nog wat aan voordat hij overleed. Charles (Hodges, toetsenist – DV) en de anderen krijgen niks meer van wat ze geproduceerd hebben. Ze hebben gezondheidsproblemen, hun levens zijn zwaar, ook al hebben ze een deel van de mooiste muziek ter wereld gemaakt.”

“Het is fijn interviews te doen rond deze plaat. Ik hoef het niet de hele tijd over mezelf te hebben en mag praten over die mannen uit Memphis. Ik was vroeger obsessief bezig met wat zij maakten, ook al heette mijn muziek country. Ik hoop dat het ze meer waardering oplevert want dat verdienen ze. Muzikanten zijn zo beïnvloed door hun sound en weten niet eens waar die invloed vandaan komt. Zodra ik het me kan veroorloven neem ik ze mee op tournee.”

© Peter Hageman

© Peter Hageman

“In de hoogtijdagen van de Hi Studio was er regionaliteit in muziek. Je hoorde wat er in je buurt, in je stad gebeurde. Vandaag de dag kunnen we beïnvloed worden door wat we maar willen. Ik werd zwaar beïnvloed door Al Green en uiteindelijk kon ik samenwerken me die gasten alsof ze mijn buren waren na al twintig jaar naar ze geluisterd te hebben. Het is een wilde tijd, mensen kunnen zich verdiepen in welke traditie ze maar willen. Mijn vorige band (The Be Good Tanyas – DV) ontstond doordat we ons verdiepten in country, blues en gospel, de jaren dertig. De jongere generatie zou verdeeld zijn, zo zou je denken, maar mensen brengen iets terug uit een voorbije tijd en gaan er echt op in. Dat is ongelooflijk. In dit enorme landschap kunnen subculturen ontstaan en zich met elkaar verbinden.”

Cultureel uitruilen
“Ik wilde op Indian Ocean niet doen wat Al Green al eerder deed. Ik wilde iets nieuws maken en dat wat de Hodgesbroers doen meenemen naar een ander format. Dat was de uitdaging, het was een proces van een songwriter met muzikanten en waar lag het midden waar we uit gingen komen? Deels ging het vlot, deels was het uitdagend. Hoe incorporeren we de Hodgessound maar geven we het album ook frisheid? Van die insteek werden zij ook heel enthousiast. Mijn eigen muzikanten imiteren hen, maar duwen ze ook een andere kant op. De broers spelen al zo lang samen dat ze instinctief als een eenheid bewegen. Soms reageerden zij spontaan op wat goed voelde, een ander moment moesten ze meer naar mij op zoek of andersom. Soms nam ik de backtracks op in Vancouver. Veel gebeurde in het montageproces. Het was eng en een soort cultureel uitruilproces. Het was veel monteren om tot de essentie te komen en niet als clichésoul te klinken.”

“Opener en afsluiter ‘September Fields’ stond er echter in twee takes op. De tweede ‘kale’ versie is wat ik speelde in de opnamekamer, ik hoorde niet wat de broers aan het doen waren. Ik wil de luisteraar dat nummer in twee contexten laten begrijpen, daarom staat het tweemaal op plaat. De ene versie is een eenzame gospelvariant, de andere een funky nummer. Dat dat zo anders kon klinken verbaasde me enorm. Wat kan er allemaal gebeuren met een liedje?”

© Peter Hageman

© Peter Hageman

 

Canvas
“Mensen pikken deze plaat op als een break-upalbum. Het gaat meer over de tragische gebeurtenissen in mijn familie. Over het verlies van mensen in het algemeen. Het gaat dieper dan uit elkaar gaan, het is zwaarder dan dat. Het maakt niet uit waar ik over schrijf, het gaat erom wie er luistert en hoe diegene zich kan relateren. In essentie is een liedje een canvas voor andermans leven. Jij projecteert je gevoelens erop. Je kan over de grootste tragedies schrijven en mensen pikken het op zoals het voor hen werkt. Je kan basisemoties raken en hoeft daarvoor niet noodzakelijkerwijs persoonlijk te zijn.”

“Op Indian Ocean zeg ik moeilijke dingen. Er schuilt een boosheid achter. Het was intens en ik kon het einde niet zien. Ik wist niet hoe die mannen in Memphis gingen reageren op mijn liedjes. Maar ik heb geleerd ze niet te moeten onderschatten. Het zijn diepe, spirituele mensen. Waar je ook over zingt, zij reageren er eerlijk op. Ik hoefde ze niet in bescherming te nemen. Ik vond zoveel gemeenschappelijke grond. Teenie wilde niet te veel horen voor hij een sessie startte, hij wilde organisch kunnen reageren. Een eerste respons kunnen geven. Ik weet dat er dan iets kan gebeuren dat het meest geniale moment kan zijn. We snapten elkaar. Grappig, ik met zeventig jaar oude zwarte mannen, we snapten elkaar, elkaars ellende. Het was zo gemakkelijk met ze om te gaan, het werd familie.”

Dit interview verscheen in maart 2015 op KindaMuzik.nl.